Algemene context en klinische problemen
Penicilline, ontdekt door Alexander Fleming in 1928, is nog steeds een hoeksteen van de antibiotische therapie. Toch wordt er vaak melding gemaakt van een penicilline-allergie: bijna 10% van de patiënten geeft aan dat ze hier last van hebben. Toch blijkt uit recente onderzoeken dat 80 tot 90% van de %-patiënten na een gespecialiseerde screening geen echte allergie heeft (Joint Task Force on Practice Parameters, 2022).
Deze verkeerde etikettering leidt tot het voorschrijven vanantibiotica alternatieven die vaak minder effectief, duurder en verantwoordelijk zijn voor meer bijwerkingen.
Gezien deze uitdagingen is het essentieel om een nauwkeurige diagnose te stellen en de juiste therapeutische opties te kennen.
Penicilline-allergiescreening
Waarom is een strenge screening noodzakelijk?
Volgens de Europese aanbevelingen (EAACI-richtlijnen, 2022) is het cruciaal om de authenticiteit van de allergie te verifiëren om een antibiotische therapie suboptimaal zijn en de bacteriële resistentie beperken.
Gedetailleerde anamnese
De eerste stap is gebaseerd op een zorgvuldige anamnese, gericht op het karakteriseren van:
- Het precieze type penicilline waar het om gaat.
- De tijd tussen toediening en het optreden van symptomen.
- De aard en ernst van de reactie (lichte huiduitslag, anafylaxie, enz.).
- De behandelingen die worden uitgevoerd en de spontane evolutie.
Een onmiddellijke reactie (<1 heure ) évoque une hypersensibilité IgE-dépendante, tandis qu'une réaction retardée suggère des mécanismes différents.
Huidtesten
Allergietesten omvatten:
- Huidpriktesten en intradermale testen met behulp van belangrijke (PPL) en minder belangrijke determinanten.
- Deze testen hebben een negatief voorspellende waarde die groter is dan 95 % als ze goed worden uitgevoerd in een gespecialiseerde omgeving.
Orale provocatietest (OPT)
TPO is de gouden standaard voor diagnose. Deze ingreep wordt uitgevoerd als de huidtesten negatief zijn, onder streng medisch toezicht.
Vereenvoudigd screeningalgoritme
- Lichte of onbekende reactie (>10 jaar): Huidtesten + TPO.
- Onmiddellijke ernstige reactie: Strikt vermijden van bètalactams.
- Recente, lichte reactie: screening mogelijk na beoordeling door specialist.
Therapeutische alternatieven bij een bevestigde allergie
In geval van bewezen allergie voor penicillines, bestaan er meerdere alternatieven. De keuze hangt af van het type infectie, de ernst van de allergie en de kenmerken van de ziekteverwekker.
Overgang:
Wanneer de allergie wordt bevestigd, is het essentieel om de antibioticatherapie aan te passen om een optimale effectiviteit te behouden en tegelijkertijd de risico's te minimaliseren.
Speciaal geval: Amoxicilline
Amoxicilline is een semi-synthetische penicilline wordt veel gebruikt voor de behandeling van infecties aan de luchtwegen, keel, neus, urinewegen en huid.
Als een penicilline-allergie wordt vastgesteld, is amoxicilline over het algemeen gecontra-indiceerd omdat het dezelfde bètalactamstructuur heeft als penicilline G en er een hoog risico op kruisreacties bestaat.
Mogelijke uitzonderingen:
- Als uit de anamnese blijkt dat er sprake is van een milde reactie (bijvoorbeeld een geïsoleerde huiduitslag zonder systemische verschijnselen) die langer dan 10 jaar geleden is opgetreden, kan een uitgebreide screening (huidtesten + orale provocatietest) helpen om het etiket ‘allergie’ te verwijderen.
- Als de screeningstest negatief is, kan amoxicilline veilig opnieuw worden geïntroduceerd onder medisch toezicht.
Praktische samenvatting:
- Ernstige reactie bekend (anafylaxie, angio-oedeem, Stevens-Johnsonsyndroom): amoxicillin formeel gecontra-indiceerd.
- Oude milde reactie: mogelijke herevaluatie om herintroductie te overwegen.
Vergelijkingstabel van de belangrijkste alternatieven
Klas | Voorbeelden | Hoofdgebruik | Risico's |
---|---|---|---|
Cefalosporinen | Cefuroxim, ceftriaxon | Luchtweginfecties, meningitis | Laag risico op kruisreactie (1–2 %) |
Macroliden | Azitromycine, claritromycine | Atypische KNO- en luchtweginfecties | Verhoging van de weerstand, spijsverteringseffecten |
Lincosamiden | Clindamycine | Huid- en osteoarticulaire infecties | Hoog risico op C. difficile-colitis |
Tetracyclines | Doxycycline | Atypische huid- en luchtweginfecties | Lichtgevoeligheid, gecontra-indiceerd bij kinderen <8 ans |
Fluorochinolonen | Levofloxacine, ciprofloxacine | Gecompliceerde urineweginfecties, longontsteking | Tendinopathieën, neuropsychiatrische effecten |
Carbapenems | Imipenem, meropenem | Ernstige, multiresistente infecties | Gereserveerd voor kritieke situaties |
Details van therapeutische klassen
Cefalosporinen
Ze worden over het algemeen goed verdragen. Gebruik is mogelijk als de eerste reactie geen anafylaxie was. Volgens een onderzoek gepubliceerd in het Journal of Antimicrobial Chemotherapy (2019) is het risico op kruisreacties met penicillines kleiner dan 2 % voor cefalosporinen van de derde generatie.
Macroliden
Geschikt voor infecties van de luchtwegen in de gemeenschap, maar met een toenemend risico op bacteriële resistentie, vooral voor Streptococcus pneumoniae.
Clindamycine
Effectief tegen grampositieve infecties. Er bestaat echter een groot risico op een Clostridioides difficile-infectie, vooral bij oudere of gehospitaliseerde patiënten.
Tetracyclines
Wordt gebruikt bij atypische infecties (Chlamydia, Mycoplasma). Bij zwangere vrouwen en kinderen is extra voorzichtigheid geboden vanwege het risico op schade aan tanden en botten.
Fluorochinolonen
Gereserveerd voor situaties waarin andere alternatieven niet toereikend zijn, vanwege de mogelijk ernstige bijwerkingen.
Carbapenems
Zeer breedspectrumantibiotica, die in ziekenhuizen worden gebruikt bij ernstige, multiresistente infecties. Er moet voorzichtig met deze middelen worden omgegaan om het ontstaan van resistentie te voorkomen.
Praktische samenvatting van alternatieven
- Luchtweginfecties: Macroliden of doxycycline.
- Huidinfecties: Clindamycine, macroliden.
- Urineweginfecties: Fluorochinolonen, fosfomycine.
- Ernstige infecties: Indien nodig carbapenems.
Eindsynthese en perspectieven voor ondersteuning
Voor de behandeling van penicilline-allergie is een methodische en rigoureuze aanpak nodig. Bij een nauwkeurige beoordeling kan het merendeel van de patiënten van hun ziektebeeld worden ontdaan, waardoor penicillines veilig gebruikt kunnen worden.
Wanneer een allergie wordt bevestigd, bestaan er geschikte alternatieven om een effectieve behandeling te garanderen.
Systematische screening en continue informatie voor zorgprofessionals zijn essentieel om infectiebestrijding te optimaliseren en antibioticaresistentie te bestrijden.
Referenties en nuttige links
-
Joint Task Force on Practice Parameters (2022) – Geneesmiddelenallergie: een bijgewerkte praktijkparameter, The Journal of Allergy and Clinical Immunology.
➔ https://doi.org/10.1016/j.jaci.2022.03.004 -
EAACI-richtlijnen voor geneesmiddelenovergevoeligheid (2021–2022) – Allergie, Europese Academie voor Allergie en Klinische Immunologie.
➔ https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/all.15071 -
Macy E, Contreras R (2014) – Gebruik van gezondheidszorg en prevalentie van ernstige infecties geassocieerd met penicilline “allergie” bij gehospitaliseerde patiënten: een cohortstudie.
➔ https://doi.org/10.1016/j.jaci.2014.07.017 -
National Institute for Health and Care Excellence (NICE, 2022) – Geneesmiddelenallergie: diagnose en behandeling (Klinische richtlijn [CG183]).
➔ https://www.nice.org.uk/guidance/cg183