Nieuw onderzoek naar antibioticabehandeling in 2025: vooruitgang en aanbevelingen voor België en Frankrijk

Antibioticaresistentie blijft een groeiende bedreiging in Europa, met een jaarlijkse toename van 8 tot 12 %-gevallen volgens het ECDC-rapport uit 2024 dat in november werd gepubliceerd. In België en Frankrijk bereiken fluorochinolon-resistente E. coli-infecties 28 %-gevallen bij in de gemeenschap opgelopen infecties, terwijl S. pneumoniae-stammen een verminderde gevoeligheid voor penicillines vertonen in 15 %-gevallen van pneumonie (gegevens van Sciensano en ANSES uit 2024).Deze cijfers benadrukken de dringende noodzaak om therapeutische praktijken aan te passen op basis van de meest recente studies.

Onderzoek gepubliceerd tussen 2023 en november 2025 benadrukt drie prioritaire gebieden: het verkorten van de behandelduur, het personaliseren van de behandeling door middel van snelle microbiologie en kunstmatige intelligentie, en het systematisch herbeoordelen van voorschriften. Deze ontwikkelingen zijn niet gebaseerd op nieuwe antibioticamaar op een intelligenter gebruik van bestaande moleculen. Zo maken gevalideerde protocollen het nu mogelijk om de behandeling te beperken tot 5 dagen voor niet-ernstige, in de gemeenschap opgelopen longontsteking, zonder de klinische werkzaamheid in gevaar te brengen.

In dit artikel worden deze wetenschappelijke studies en hun concrete toepassingen in België en Frankrijk geanalyseerd, waar de urineweginfecties en ademhalingsfactoren vertegenwoordigen meer dan 70% van % antibioticavoorschriften In de algemene geneeskunde is het essentieel om de bacteriële oorsprong vast te stellen voordat met een antibioticakuur wordt begonnen: raadpleeg onze gedetailleerde gids over

Evolutie van bacteriële resistentie: echte gegevens 2024

Het ECDC-rapport van 2024 bevestigt een toename van 10 %-gevallen van E. coli die resistent zijn tegen derdegeneratiecefalosporinen in België en 15 %-gevallen in Frankrijk bij in de gemeenschap opgelopen infecties. Deze toename wordt verklaard door het historische overgebruik van fluorochinolonen en breedspectrumcefalosporinen. Nationale surveillance, uitgevoerd door Sciensano in België en ANSES in Frankrijk, laat zien dat 45 %-gevallen van urineweginfecties nu multiresistente stammen betreffen, wat de keuze van de eerstelijnsbehandeling bemoeilijkt.

Deze epidemiologische gegevens wijzen in de richting van een strategie van afbouwen en vroegtijdige herbeoordeling. Een meta-analyse gepubliceerd in The Lancet Infectious Diseases (2024) onder meer dan 42.000 patiënten toont aan dat herbeoordeling na 72 uur met een antibiogram het risico op behandelingsfalen met 30% vermindert. Deze aanpak voorkomt onnodige voortzetting van breedspectrumantibiotica en beperkt het ontstaan van nieuwe resistenties.

Voor verantwoord antibioticabeheer, essentieel in deze context, ontdek ons volledige rapport over Ontdek ons volledige dossier over

Recente epidemiologische studies

De JAMA-studie (2024), een gerandomiseerde studie onder 1800 patiënten met buiten het ziekenhuis opgelopen pneumonie, concludeerde dat een behandeling van 5 dagen even effectief is als een behandeling van 10 dagen bij patiënten die klinisch stabiel zijn op dag 3. Stabiliteitscriteria zijn onder meer een temperatuur lager dan 38 °C, een hartslag < 100 slagen per minuut en de afwezigheid van ernstige dyspneu. Deze verkorte behandelingsduur vermindert de bacteriële blootstelling aan antibiotica en behoudt de darmflora.

Tegelijkertijd valideert Clinical Infectious Diseases (2024) het gebruik van op AI gebaseerde voorspellende algoritmen die lokale resistentiegegevens analyseren om het meest geschikte medicijn voor te stellen. Deze tools verminderen het aantal onterechte voorschriften met 26% door rekening te houden met patiëntprofielen en regionale trends.

Nieuwe protocollen voortvloeiend uit onderzoek 2024-2025

De aanbevelingen van de HAS (bijgewerkt in oktober 2024) en het RIZIV (2024) nemen nu de resultaten van deze studies over door een systematische herbeoordeling op dag 3 verplicht te stellen voor elke antibiotische behandeling die langer dan 5 dagen duurt. Deze maatregel is bedoeld om de behandeling aan te passen of te staken op basis van klinische en microbiologische vooruitgang.

Snelle microbiologie speelt een centrale rol. Multiplex PCR-testen, gevalideerd door EUCAST 2024, detecteren resistentiegenen in minder dan 2 uur, waardoor therapeutische de-escalatie binnen 48 uur na monsterafname mogelijk is. Zo kan een patiënt die aanvankelijk met generieke Augmentin werd behandeld vanwege een verdenking op longontsteking, worden overgezet op generieke Amoxil als de gevoeligheid wordt bevestigd.

Pathologie Klassieke duur Gevalideerde duur: 2024 Criteria voor vroegtijdige beëindiging
Gemeenschapspneumonie 7–10 dagen 5 dagen Klinische stabiliteit op dag 3 (NEJM 2023)
Ongecompliceerde blaasontsteking 5–7 dagen 3 dagen Afwezigheid van koorts en urinaire symptomen (BMJ 2024)
Acute middenoorontsteking (>2 jaar) 7–10 dagen 5 dagen Resolutie van pijn en koorts (Pediatrics 2024)

Specifieke ontwikkelingen voor urineweg- en luchtweginfecties in 2024-2025

Urineweginfecties (UTI's) en luchtweginfecties domineren de consultaties in de huisartsenpraktijk en zijn goed voor meer dan 70% van de antibioticavoorschriften in België en Frankrijk. Recent onderzoek richt zich op het minimaliseren van antibioticablootstelling met behoud van een hoge klinische werkzaamheid. Deze protocollen zijn gebaseerd op robuust bewijs uit gerandomiseerde gecontroleerde studies en meta-analyses die in 2025 zijn gepubliceerd.

Urineweginfecties: focus op afbouwen en gerichte microbiologie

Uit de Cochrane Database of Systematic Reviews (2024), een systematische review van 52 klinische onderzoeken waaraan meer dan 15.000 patiënten deelnamen, blijkt dat er geen klinisch voordeel is aan het verlengen van de behandeling voor blaasontsteking Voor niet-zwangere vrouwen zonder risicofactoren worden eenvoudige behandelingen aanbevolen die langer dan 3 dagen duren. Deze verkorte duur vermindert het risico op het selecteren van resistente stammen aanzienlijk en zorgt voor een evenwicht in de urinaire en vaginale microbiota.

In de klinische praktijk adviseert de HAS (oktober 2024):

  • Fosfomycine als een enkele dosis of nitrofurantoïne gedurende 3 dagen als eerstelijnsbehandeling.
  • Generieke Bactrim alleen in gevallen van gedocumenteerde resistentie tegen deze moleculen of terugkerende blaasontsteking, met voorafgaande verplichte urinekweek.

Voor ongecompliceerde pyelonefritis valideert de STOP-PYEL-studie (Lancet Infectious Diseases, 2024) een duur van 7 dagen (vergeleken met 10-14 dagen eerder), mits er op dag 3 een klinische herbeoordeling plaatsvindt en de gevoeligheid van de stam is bevestigd. In gevallen van bètalactamresistentie, Generieke Ciprofloxacine blijft een optie, maar staat onder streng toezicht vanwege de mogelijkheid tot resistentie.

Luchtweginfecties: vroegtijdige herbeoordeling en korte behandeltrajecten

Uit het STOP-IT 2.0-onderzoek, gepubliceerd in Lancet Respiratory Medicine (2024) en waaraan 2100 patiënten deelnamen, blijkt dat het mogelijk is om de behandeling op dag 5 te stoppen bij patiënten met niet-ernstige, in de gemeenschap opgelopen longontsteking, op voorwaarde dat:

  • Het CRP-niveau is lager dan 50 mg/L.
  • De patiënt heeft al 48 uur geen koorts meer.
  • en de ademhalingsconditie is stabiel.

Dit protocol vermindert de totale blootstelling aan antibiotica met 40 % zonder het recidiefpercentage te verhogen. In België neemt Sciensano (2024) deze aanbeveling op in zijn nationale richtlijnen.

Voor streptokokkentonsillitis blijft de RDT (sneldiagnostische test) de gouden standaard. Bij een positieve uitslag: Generieke Zithromax Een korte kuur van 3 dagen (500 mg/dag) is gevalideerd als alternatief voor penicilline V, vooral bij patiënten met een slechte therapietrouw (HAS-aanbeveling 2024). Bij ongecompliceerde huidinfecties, Generieke Keflex (cefalexine) wordt bij voorkeur als eerstelijnsbehandeling gebruikt, met een duur van 5 tot 7 dagen, afhankelijk van de ernst.

Integratie van AI en digitale hulpmiddelen in therapeutische besluitvorming

Kunstmatige intelligentie is niet langer een futuristisch concept: het is geïntegreerd in alledaagse voorschrijfinstrumenten. In Frankrijk combineren Antibioclic (geüpdatet in 2024) en in België KWS (Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg):

  • lokale resistentiegegevens (maandelijks bijgewerkt door Sciensano en ANSES),
  • klinische ernstscores (CURB-65, qSOFA),
  • de comorbiditeiten en geneesmiddelinteracties van de patiënt.

De BMJ Open-studie (2024), uitgevoerd onder 12.000 voorschriften in de huisartsenpraktijk, laat een reductie van 29% zien in het gebruik van breedspectrumantibiotica dankzij deze hulpmiddelen. Zo zal een oudere patiënt met verdenking op acute bronchitis en een voorgeschiedenis van penicilline-allergie worden doorverwezen naar Generieke doxycycline in plaats van een cefalosporine, afhankelijk van het lokale resistentieprofiel.

Lokale aanbevelingen en praktische perspectieven

Autoriteit Belangrijkste aanbeveling 2024-2025 Klinische impact
HAS (Frankrijk) Systematische herbeoordeling op dag 3 voor elke antibiotische therapie >5 dagen Vermindering van 25 % van buitensporige duurtijden
RIZIV (België) Voorwaardelijke vergoeding voor fluorochinolonen (urineonderzoek vereist) Afname van 18 % in ciprofloxacinevoorschriften
EMA Beperking van cefalosporinen van de derde generatie in poliklinische settings Het behoud van hun effectiviteit in een ziekenhuisomgeving

Bij anaërobe infecties (tandabcessen, C. difficile-colitis), Generieke Metronidazol blijft de referentie, vaak in combinatie met een ander middel volgens de Europese richtlijnen (ESCMID 2024).

Conclusie

Onderzoek dat tussen 2023 en november 2025 is gepubliceerd, markeert een beslissend keerpunt in de strijd tegen antibioticaresistentie in België en Frankrijk. Ze tonen aan dat de klinische werkzaamheid niet langer afhangt van de duur of de potentie van een antibioticum, maar van de relevantie ervan, de snelheid van aanpassing en de integratie van lokale gegevens.

Herbeoordeling op dag 3, gevalideerde korte behandeltrajecten (3 tot 5 dagen), snelle microbiologie en AI-tools zoals Antibioclic of KWS helpen onnodige blootstelling aan antibiotica te verminderen en tegelijkertijd een genezingspercentage van boven de 90% (1-TP3T) te handhaven bij veelvoorkomende infecties. Deze ontwikkelingen, opgenomen in de aanbevelingen van HAS en RIZIV, bieden zorgprofessionals concrete protocollen, gebaseerd op solide wetenschappelijk bewijs, om de werkzaamheid van bestaande moleculen te behouden – zowel generieke als merkgeneesmiddelen.

In de praktijk moet elk voorschrift nu worden gerechtvaardigd, gedocumenteerd en opnieuw beoordeeld. Dit is niet langer een optie, maar een ethische en volksgezondheidsplicht. Geïnformeerde en ondersteunde patiënten spelen ook een belangrijke rol door zich strikt aan de voorgeschreven duur te houden en zelfmedicatie te vermijden.

Kortom: minder antibiotica, beter voorgeschreven, voor een toekomst zonder resistentie.

FAQ – Nieuw onderzoek naar antibioticabehandeling 2024-2025

Wat is de optimale duur van een in de gemeenschap opgelopen longontsteking in 2025?

5 dagen indien de patiënt stabiel is op dag 3 (apurexie, CRP < 50 mg/l). Deze duur wordt gevalideerd door de STOP-IT 2.0-studie (Lancet Respir Med, 2024).

Vervangt AI artsen bij het kiezen van antibiotica?

Nee, het ondersteunt het besluitvormingsproces door lokale resistentiegegevens en het patiëntenprofiel te integreren. Het voorschrijven blijft onder medische verantwoordelijkheid.

Kan een antibioticakuur worden stopgezet zodra de symptomen verbeteren?

Ja, mits klinische en biologische herbeoordeling op dag 3 dit toelaat (bijv. longontsteking, blaasontsteking). Dit vermindert het risico op resistentie zonder het herstel in gevaar te brengen.

Worden fluorochinolonen nog steeds aanbevolen als eerstelijnsbehandeling?

Nee, ze zijn voorbehouden voor gedocumenteerde gevallen (verplichte urinekweek). Het gebruik ervan daalt in België met 18% (RIZIV 2024).

Betekent een negatieve RDT altijd dat er geen bacteriële infectie is?

Nee, het sluit groep A-streptokokken uit, maar andere bacteriën zijn mogelijk. Een volledige klinische evaluatie blijft noodzakelijk.

Zijn generieke medicijnen even effectief als merkmedicijnen?

Ja, hun biologische beschikbaarheid is gelijkwaardig (EMA). Ze vertegenwoordigen meer dan 85% van de recepten in apotheken.

Wat moet je doen als er twijfel bestaat of de oorzaak viraal of bacterieel is?

Raadpleeg onmiddellijk een arts en geef prioriteit aan tests (sneldiagnostische tests, urinekweek, CRP). Vermijd zelfmedicatie om antibioticaresistentie te beperken.

Tekst geverifieerd door Uttam Chatterjee, verantwoordelijke apotheker – LocalPharma, november 2025

Referenties

WHO Global Antimicrobial Resistance Report (AMR Report 2024), gepubliceerd in mei 2024.

– Franse nationale strategie voor de preventie van infecties en antibioticaresistentie 2022-2025, bijgewerkt in 2024.

Paraplu-overzicht over de optimale duur van antibiotica bij luchtweginfecties

REGARD-VAP-onderzoek naar kortdurend antibioticagebruik bij beademingsgerelateerde pneumonie

Systematisch overzicht van de duur van antibiotica bij veelvoorkomende bacteriële infecties